Navigation:  »No topics above this level«

Administratie inrichten

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Een computeradministratie moet, net als een handmatige administratie, worden ingericht voordat men met de activiteiten kan beginnen. Er moeten bijvoorbeeld fondsen, verkoopsoorten en activiteiten worden aangelegd. De inrichting betreft alle gegevens die het programma nodig heeft tijdens het invoeren van mutaties, het verwerken daarvan, het maken van overzichten uit de administratie, enzovoorts.

 

Daartoe moeten, voorafgaand aan het eigenlijke administreren, de inrichtingsgegevens worden ingevoerd. Sommige zijn zo belangrijk dat bij ontbreken daarvan niet met de administratie kan worden gewerkt. Andere betreffen weliswaar meer een persoonlijke voorkeur, maar hebben toch grote invloed op de werking van het programma.

 

Het invoeren van de inrichtingsgegevens hoeft vaak maar eenmaal te worden gedaan, want een administratie die goed is ingericht, kan - zolang zich geen structurele wijzigingen voordoen in het bedrijf, of in fiscale of andere wettelijke voorschriften - tot in lengte van jaren hetzelfde blijven. De praktijk wijst echter uit dat interne en externe factoren (dynamiek) het periodiek noodzakelijk maken om de inrichting van de administratie te wijzigen. In PAC is dit vrijwel te allen tijde mogelijk. In het computeradministreren heten de in te voeren inrichtingsgegevens basisgegevens of stamgegevens.

 

De algemene inrichtingsgegevens moeten worden ingevoerd via het menupad Stamgegevens

 

Het onderstaande venster wordt getoond.

 

PAC Stamgegevens

 

Wij adviseren om stamgegevens in het algemeen alleen te wijzigen indien geen andere gebruikers zijn ingelogd in PAC, zodat dit minste gevolgen heeft en men bij een eventuele vergissing kan terugvallen op een backup indien u deze vlak voor de wijziging heeft aangemaakt. Ook raden wij aan om de PAC-sessie op uw werkstation te beëindigen en PAC opnieuw te starten.